Hoe stroopwafels worden gemaakt
In essentie bestaan stroopwafels uit twee eenvoudige delen: de wafel en de vulling. De wafel wordt gemaakt van een stevig, gegist deeg met bloem, boter, bruine suiker, gist, een scheutje melk en een ei. De vulling is een warme siroopmelange gemaakt van stroop, bruine suiker, boter en kaneel. Traditioneel was de siroop niet de zijdezachte karamel die je tegenwoordig vindt, maar iets veel eenvoudigers: suikerbietenmelasse. Melasse was een bijproduct van suikerraffinaderij — dik, donker en op zichzelf niet bijzonder glamoureus. Maar toen bakkers het zoeter maakten, inkookten en op smaak brachten met kaneel, veranderde het in die onweerstaanbare stroop die je in klassieke stroopwafels vindt.
Om een stroopwafel te maken, wordt het deeg in een heet wafelijzer geperst tot het dun en goudbruin is. Terwijl het nog warm is, wordt de wafel horizontaal in tweeën gesneden. De hete siroop wordt op één kant gesmeerd, de bovenkant wordt er weer opgelegd, en terwijl het afkoelt, wordt de vulling dikker en plakt alles aan elkaar. Wil je thuis stroopwafels maken? Je hebt een stroopwafelijzer nodig (of een zeer dun wafelijzer/pizzelle-ijzer) en basis bakingrediënten: bloem, boter, bruine suiker, gist, melk, eieren en kaneel. Voor de vulling komt een mengsel van golden syrup of lichte melasse, bruine suiker en boter dicht in de buurt van het origineel. Het is een beetje een project, maar je huis zal ruiken als een Nederlandse markt — wat altijd een pluspunt is.